Wat is het mysterie van kasteel Warnos aan het Westermeer? Vandaag: deel 3. Kijk hier voor het voorgaande deel.
---
Omdat je nog maar een paar uur licht hebt, besluit je de dunste boom om te hakken. Je bent ongeveer halverwege als je besluit te stoppen omdat het te donker wordt. Je verzamelt wat takken en maakt een provisorisch kampvuur. In de verte lijk je iets van wapengekletter te horen, maar je kan niet goed inschatten uit welke richting het geluid komt. In het noordwesten kun je een paar lichten onderscheiden; dat is de richting die de soldaten op gingen. De volgende ochtend ga je verder met het omhakken van de boom. Halverwege de ochtend is je vlot klaar. Je kunt het eiland nu per vlot verlaten als je wilt.
Wat doe je?
A) Je vaart naar het noordwesten; richting de soldaten en de lichten van gisteravond.
B) Je vaart naar de oostelijke oever van het meer.
C) Je vaart naar het zuiden; terug in de richting van het vissersdorpje
D) Iets anders: …
Ik vaar richting de soldaten.
Je stapt op je zelfgebouwde vlot en begin richting het noordwesten te varen. Al snel merk je dat het vlot wat minder stevig is dan je had gehoopt. Hier kun je geen grote tochten mee maken; het bereiken van de oever wordt je prioriteit. Het zicht is aanmerkelijk beter dan gisteren en je kunt veel verder kijken dan gisteren. Aan de oever recht voor je ligt een smal beekje dat in westelijke richting loopt. Aan beide kanten van het beekje staat een vlag met het BW-embleem.
Wat doe je?
A) Je vaart met je vlot het beekje af in westelijke richting.
B) Je besluit op dit punt aan land te gaan.
C) Je besluit verder te varen.
D) Iets anders: …
Ik vaar het beekje af.
Je stuurt je vlot naar de monding van het beekje. Je bent amper de twee vlaggen voorbij of er klinkt van dichtbij een hoorn. Ogenblikkelijk verschijnen er aan beide kanten van het beekje twee boogschutters. Op hun wapenuitrusting zie je het BW-embleem. Vanaf de oever hoor je een zware stem die je sommeert aan land te komen. De vier boogschutters spannen hun boog en richten hun pijlen op jou.
Wat doe je?
A) Je komt aan land, zoals opgedragen.
B) Je probeert uit alle macht je vlot om te draaien en weg te varen.
C) Iets anders: …
Ik kom aan land, zoals me is opgedragen.
Je komt aan land aan de zuidelijke oever van het beekje. De soldaten geven een klein tikje tegen je vlot, wat meteen uit elkaar valt. De soldaten vraag je wat je hier te zoeken hebt.
Wat antwoord je?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie op dit bericht achter!