Warnos aan het Westermeer - Deel 2

Wat is het mysterie van kasteel Warnos aan het Westermeer? Vandaag: deel 2. Kijk hier voor het voorgaande deel.
---

De glinstering in de verte blijkt een gouden ring te zijn, met een rood steentje erin. Er staat een letterteken op, BW, een embleem op dat je vaag bekend voorkomt. Je steekt de ring in je zak. Je kijkt om je heen. Je ziet de waterlijn opdoemen. Het is dus toch een eilandje. In het midden van het eilandje staan een paar struiken. De struik aan de linkerkant ziet er vreemd uit en wijkt in vorm en in kleur sterk af van de andere struiken. Je staart in de mist die het eiland omringt. Ineens klinkt in de verte een geluid. Schreeuwt daar iemand?

Wat doe je?
A) Je besluit de vreemd uitziende struik nader te onderzoeken.
B) Je loopt terug naar het bootje om verder te roeien.
C) Je roept terug in de richting van het geluid.
D) Iets anders: ...

Ik loop terug naar het bootje: ik wil naar de stemmen toe!

Je loopt terug naar je bootje. Aangekomen bij de plek waar je je bootje had achtergelaten, is er niets meer. Je kunt nog net zien hoe het bootje in de mist verdwijnt. (Blijkbaar staat er iemand aan de rand van het meer die het scheepje naar zich toe aan het trekken is op dezelfde manier die jij gebruikt hebt.) Het geluid van daarnet klinkt opnieuw; luider dan zojuist. Je kunt verschillende stemmen onderscheiden; het zijn er minstens vier. De stemmen komen dichterbij. Wie het ook zijn, ze zijn onderweg naar het eilandje.

Wat doe je?
A) Je bent gestrand op het eiland; je roept om hulp in de richting van de stemmen.
B) De stemmen zijn je misschien niet goed gezind; je verstopt je achter de struiken en wacht af wat er verder gebeurt.
C) De stemmen zijn je misschien wel goed gezind; je wacht rustig af tot ze aan land komen.
D) Iets anders: ...

Ik vertrouw het niet; ik ga me verstoppen.

Je verschuilt je achter de struiken. Er komt een kleine sloep aan land met vier mannen aan boord. De mannen zijn bewapend met helmen, zwaarden en schilden, die eenzelfde embleem hebben als de ring die je net gevonden hebt (en nog in je zak hebt zitten). De mannen, van wie je vermoedt dat het soldaten zijn, lopen in rechte lijn naar de vreemd uitziende struik en tillen deze op. Vanuit je schuilplaats kun je zien hoe de soldaten een groot aantal gouden munten en edelstenen onder de (nep-) struik vandaan halen, plus een grote, vreemd gevormde steen, die je nog het meest aan een theepot doet denken. De soldaten zetten de nepstruik terug op zijn plek, laden alles in hun sloep en lijken aanstalten te maken om weer te vertrekken.

Wat doe je?
A) Je komt uit je schuilplaats en maakt de soldaten attent op je aanwezigheid.
B) Je besluit verscholen te blijven totdat de soldaten vertrokken zijn.
C) Iets anders: …

Ik ben nieuwsgierig naar de soldaten, maar wil mezelf niet bekend maken. Ik ga op zoek naar een manier op de soldaten te achtervolgen.

Je wacht tot de soldaten weggevaren zijn. Je komt uit je schuilplaats. Onder de nepstruik vind je nog een handjevol gouden munten, die je in je zak steekt. Ook ligt er een bijl. Die stop je in je knapzak. Op de plek waar de soldaten ingescheept zijn, ligt een mes (met weer datzelfde embleem). Dat zou een mooi steekwapen kunnen zijn, mocht je jezelf moeten verdedigen. Ook in de knapzak dus.

De mist lijkt iets op te trekken en je kunt iets verder om het eiland kijken. Ten noorden en ten westen van het eiland zie je alleen maar water. Ten oosten kun je de oostelijke oever van het meer zien. Die afstand is te zwemmen, zo lijkt het. Afgaande op het punt waarop je aan land gekomen bent, moet het vissersdorpje ten zuiden liggen.

Wat doe je?
A) Je probeert naar de oostelijke oever van het meer te zwemmen.
B) Je besluit een van de bomen op het eiland om te hakken om zo je eigen vlot te kunnen bouwen.
C) Iets anders: ...

Ik ga een vlot bouwen.